moeder schuilt achter de boom
op mijn straat
streelt de gescheurde stam
met haar gezwollen sponzige handen
blijft staan
komt niet
gaat niet
alsof ze mijn flat bewaakt
*
ik ga naar beneden
ze is al weg
de boom ruikt naar wasmiddel
*
madam Diana op de bank
strooit broodkruimels
haar dikke benen met spataderen
zo wijd geopend
alsof ze alle verdwaalde duiven van Rotterdam
onder haar kanten rok wil vangen
*
Sara leest liever kranten dan boeken
vooral de dagkranten die de volgende dag oud worden
ze houdt niet van de oude foto’s
*
Leila
ach, Leila kijkt altijd
met een open mond en grote ogen
altijd
ziet ze nieuwe dingen in het ding
*
als ik ooit op zoek naar mijn verloren herinneringen
de wijk vijf van Teheran mag bezoeken[i]
zal ik de veneroloog
(als hij nog leeft)
het adres van haar graf vragen
*
de herhalende show van blote benen en billen
de kettingmoorden en de kortstondige liefdes
het spoor van clusterbommen
in de nocturnes van de krekels
die de uit elkaar lopende lapjes
van de aan flarden gescheurde dag
tot een patchwork poëzie samenvoegen:
*
deze balpen
die theepot
hotel New York
de oude eettafel
de spoelbak
de laatste tram van lijn 5
het meisje
dat haar kroeshaar helblond verft
*
en de moeder
Sara
Leila, ach…, lekkere leila…
[i] De al verdwenen rosse buurt van Teheran lag in wijk vijf. Die heette ‘Shahre no’ (de nieuwe stad).